OBS DE KLINKER.

Lesideeën

In onderstaande tekst staan enkele lesideeën gekoppeld aan een feest, zoals ze toegepast kunnen worden binnen het lesprogramma. Het lesidee voor deze maand is gebaseerd op het Sinterklaasfeest. Achter elk schoolvak staat uitgelegd hoe het feest binnen dat vak behandeld kan gaan worden.

 

Sinterklaas:

Nederlands: Een leerlijn bij het vak Nederlandse taal is dat de kinderen in een kleine groep en een grote groep (met leraar) spreken. Als je dit thematisch wilt aanbieden kun je bijvoorbeeld denken aan een gast die je uitnodigt en die dan aan de klas vertelt hoe en waarom zij een bepaald feest vieren.

Een andere leerlijn is het verwerken van informatie en het presenteren. Je kunt de kinderen uit de bovenbouw onderzoek laten doen naar een feest of viering, je kunt de kinderen in groepjes verdelen en ze dan het eindproduct per groepje aan de klas laten presenteren. Je kunt hierbij denken aan mondeling maar ook aan schriftelijk presenteren. Mondeling presenteren: bijvoorbeeld verslag uitbrengen, demonstratie met mondelinge toelichting, dramatiseren, toelichting bij enkele filmpje/ dia's/foto's, vertelkast. Schriftelijk presenteren: bijvoorbeeld tekening, stripverhaal, informatieposter, boekje.

 

Onderbouw:

Er kan uit een prentenboek over Sinterklaas worden voorgelezen. Hierna wordt het prentenboek naverteld of nagespeeld door de hoofdrolspelers uit het desbetreffende boek. Zo leren ze wat de verhaallijn is van een boek.

 

Middenbouw:

Eerst wordt duidelijk uitgelegd wat precies een gedichtje is. Daarna kunnen de kinderen zelf een gedichtje maken of een verhaaltje schrijven, natuurlijk met betrekking tot de goede Sint.

 

Bovenbouw:

Deze kinderen kunnen een iets moeilijkere graad van 'gedichtjes' maken, deze kinderen mogen al echte elfjes maken. Allereerst wordt natuurlijk uitgelegd wat elfjes precies zijn en er wordt een, en zo nodig meerdere, voorbeeld(en) gegeven. Hierna gaan de kinderen zelf aan het werk. Ook kan bijvoorbeeld de persoonsvorm worden uitgelegd, in de voorbeeldzinnen kun je het onderwerp Sinterklaas weer betrekken.

 

Engelse taal: Een leerlijn bij het vak Engels is dat leesvaardigheid wordt opgebouwd door een gebalanceerd aanbod aan eenvoudige leesteksten en leesboekjes. Hierbij kun je de kinderen een Engels verhaaltje laten lezen over bijv. het vieren van een verjaardag.

Een andere leerlijn is dat de kinderen in staat zijn bij diverse activiteiten in het Engels te communiceren. Je kunt hierbij denken aan een klein toneelstukje in het Engels waarbij kinderen doen alsof iemand jarig is.

 

Er zijn nog meer onderwijsinhoudelijke manieren om het vak thematisch aan te bieden:

 

Onderbouw:

Dit is bij het merendeel van de basisscholen in Nederland nog niet van toepassing in de onderbouw. Wel kun je met de kinderen eenvoudige liedjes zingen in het Engels.

 

Middenbouw:

Je kunt met deze kinderen ook Engelse liedjes gaan zingen, en dan met een hogere moeilijkheidsgraad.

 

Bovenbouw:

De kinderen kunnen hun woordenschat verbreden door middel van het aanbieden van Engelse woorden met betrekking tot het thema Sinterklaas en ze hiermee laten experimenteren.

 

Rekenen en wiskunde: Een leerlijn bij het vak Rekenen en wiskunde is dat de kinderen rekenstrategieën leren. Voorbeelden van rekenstrategieën zijn schattend rekenen, hoofdrekenen en het kolomsgewijs rekenen, rekenwijzen onderbouwen op basis van eigenschappen en structuur van getallen en telrij. Je kunt deze leerlijn ook op een zodanige manier aanbieden dat de kinderen met het thema bezig zijn. Hoeveel lampionnen hebben we gemaakt? Ook kun je de kinderen uit de bovenbouw laten uitrekenen hoeveel koffie, thee en ranja je nodig hebt bij het vieren van de maandsluiting.

 

Er zijn nog meer onderwijsinhoudelijke manieren om het vak thematisch aan te bieden:

 

Onderbouw:

Er wordt een instructie gegeven over 'meer, minder en evenveel'. Dit wordt uitgelegd aan de hand van de pakjes van de zwarte pieten of de pepernoten van de bakpiet. Voor de verwerking kunnen de kinderen een werkblad maken waarop pepernoten afgebeeld staan. Ze moeten dan aangeven waar meer pepernoten staan en waar minder en ze kunnen pepernoten kleuren.

 

Middenbouw:

De leerlingen gaan rekenen met aangepaste werkbladen, die betrekking hebben op het thema Sinterklaas. Zo kan er bijvoorbeeld een instructie worden gegeven over het splitsen t/m 20. Er kan uitleg worden gegeven aan de hand van bijvoorbeeld pepernoten of pietenveren.

 

Bovenbouw:

Eerst krijgen de leerlingen uitleg over de meeteenheden, of dit wordt herhaald (ligt aan de klas en het niveau). Hierna moeten de leerlingen meten hoe groot de Sinterklaasboot op een afbeelding is enzovoort.

 

Oriëntatie op jezelf en de wereld: Juist door middel van dit vak kun je veel aandacht besteden aan feesten en vieringen. Feesten en vieringen zijn namelijk een onderdeel van een cultuur en heeft vaak ook te maken met de geestelijke stromingen in een land denk hierbij aan Kerst, Suikerfeest, Pinksteren etc. Je kunt de kinderen zelf laten vertellen hoe zij thuis een feest vieren of vertellen aan de klas in welke landen ze welke feesten vieren.

Een leerlijn bij het vak Oriëntatie op jezelf en de wereld is: mental map van Europa en de wereld. Hier kun je dan bijvoorbeeld de kinderen uit de bovenbouw laten opzoeken waar het Sinterklaasfeest nu eigenlijk vandaan komt.

 

 

Er zijn nog meer onderwijsinhoudelijke manieren om het vak thematisch aan te bieden:

 

Onderbouw:

Er wordt een kringgesprek gevoerd waarin wordt besproken hoe de kinderen het zouden vinden als ze zelf een zwarte piet zouden worden. Ze moeten hierbij ook goed omschrijven waarom ze dit 'leuk', of 'stom' zouden vinden.

 

Middenbouw:

Bij het vak verkeer kun je vragen hoe zwarte piet veilig van de boot in de haven van de desbetreffende stad naar de school kan komen. De leerlingen moeten de route beschrijven en hierbij rekening houden met verkeersborden.

 

Bovenbouw:

Met betrekking tot het vak geschiedenis kan er worden verteld/gevraagd waar het Sinterklaasverhaal vandaan komt. Met aardrijkskunde kan er worden gevraagd naar het land Spanje, waar ligt het en hoe is de temperatuur daar?

 

Kunstzinnige oriëntatie: Bij het thema feest en vieringen is het erg leuk om de klas ook in het thema te versieren. Je laat de kinderen allerlei leuke dingen knutselen. Ook kunnen de kinderen mooie tekeningen gaan maken over een viering. Bij feesten en vieringen wordt veel gezongen, je kunt de kinderen liedjes aanleren die bij het feest kunnen worden gezongen. Deze liedjes kun je dan ook op verschillende manieren aanbieden, met muziekinstrumenten of het lied in canon zingen, de klas filmen als ze het lied aan het zingen zijn etc. Kinderen vinden het altijd geweldig om toneelstukjes te spelen, denk aan een afscheidmusical voor groep 8, in de klas kleine drama activiteiten uitvoeren etc.

Ook kun je voor dit vak kostuums gaan gebruiken, zo ben je ook gelijk met een leerlijn bezig, namelijk de leerlijn: mode grafiek, decors en theaterkostuums.

 

Er zijn ook vele andere onderwijsinhoudelijke manieren om het vak thematisch aan te bieden:

 

Onderbouw:

Er kan de kinderen een liedje over Sinterklaas worden aangeleerd. Ook kunnen de kinderen zelf een zwarte piet of de mijter van Sinterklaas maken.

 

Middenbouw:

De leerlingen moeten van kosteloos materiaal een gedetailleerde zwarte piet of Sinterklaas knutselen.

 

Bovenbouw:

De leerlingen tekenen een Sinterklaasboot na, aan deze tekenen worden eisen gesteld. Zo kun je bijvoorbeeld eisen dat er diepte in de tekening moet zitten. Met betrekking tot handvaardigheid kun je de kinderen in groepjes een Sinterklaasboot laten maken. Daarna wordt er getest welke boot het sterkste is, door middel van blokjes erop zetten.

 

 

 

Bewegingsonderwijs: Als je aan het thema feesten en vieringen denkt, denk je misschien niet zo snel aan bewegingsonderwijs. Maar ondanks dat kun je met behulp van dit vak ook thematisch aan het werk gaan. Een leerlijn van dit vak is een volksdans in een kring met partner wisseling, een feest of viering heeft misschien ook wel een volksdans die je met de klas kunt gaan dansen.

 

Er zijn ook vele andere onderwijsinhoudelijke manieren om het vak thematisch aan te bieden:

 

Onderbouw:

De kinderen kunnen aan pietengym doen. Ze moeten balanceren over balken of kunnen pakjes in schoorstenen gooien. Er kan ook een grote opblaasstoomboot worden gehuurd waarin de kinderen hun energie kwijt kunnen.

 

Middenbouw:

Ook de middenbouw vindt pietengym nog erg leuk. Het moet wel op het niveau worden aangepast, zo kunnen 'de daken' bijvoorbeeld hoger worden gemaakt of de afstand voor het gooien van pakjes groter.

Bovenbouw:

Je kunt de kinderen laten hoogspringen en/of verspringen. Wie kan het hoogst springen? Dat is de beste dakenspringer, enzovoort.

© 2009 All rights reserved.

Maak een gratis websiteWebnode